Acupunctuur bestaat uit het prikken (punctuur) van een naald (acus) in en door de huid op specifieke plaatsen (acupunctuurpunten), waarna in het lichaam verschillende biologische reacties ontstaan, die meetbaar zijn. Meten is weten. Het effect van acupunctuur komt tot stand door het reguleren van het zenuwstelsel. Dus acupunctuur helpt bij het activeren van pijnstillende stoffen, zoals endorfines en cellen van het immuunsysteem, in bepaalde delen van het lichaam. Ook hebben studies laten zien dat acupunctuur stoffen in de hersenen kan beinvloeden, door het veranderen van de concentratie van neurotransmitters en neurohormonen. Hiermee worden delen van het centraal zenuwstelsel beinvloed, die te maken hebben met gevoel en automatische lichaamfuncties, zoals immuunreacties, bloeddruk, bloeddoorstroming en lichaamstemperatuur. We kunnen nu wel zeggen dat we weten door meten dat acupunctuur zinvol is. Klinisch onderzoek ondersteunt de veiligheid en de effectiviteit van acupunctuur. Kosteneffectiviteitsonderzoek laat bovendien zien dat acupunctuur zinvol is en kostenbesparing kan opleveren.
Acupunctuur verdient het om serieus genomen te worden, net zoals alle andere vormen van reguliere geneeskunde. Geintegreerde geneeskunde zal een nieuwe vorm van geneeskunde worden, die het beste uit de reguliere en de alternatieve geneeskunde in zich op gaat nemen. Acupunctuur zal daar absoluut een onderdeel van zijn.